Talk like a pro
Om mezelf te ontwikkelen binnen de sector is het belangrijk dat ik het vakjargon beheers. Daarom heb ik gedurende het jaar een woordenboek bijgehouden met belangrijke termen in de evenementen en belevings sector.
- Accreditation: Het proces waarbij crewleden, pers en VIP's toegangspassen of bandjes krijgen om bepaalde zones te betreden.
- Afbouw: Het opruimen en afbreken van de locatie na afloop van het evenement.
- Aftermovie: Een korte video die laat zien hoe een evenement was, gemaakt om herinneringen op te halen of promotie te doen voor de volgende keer.
- Animatie: Live entertainment of interactieve acts die zorgen voor sfeer en beleving, zoals mascottes of dansers.
- Attractieplan: Een schema of overzicht van alle activiteiten en plekken waar bezoekers iets kunnen doen of beleven.
- Backstage: Het gedeelte achter de schermen waar bezoekers niet komen. Hier bereiden artiesten, medewerkers of leveranciers zich voor.
- Badge: Een pasje dat dient als identificatie voor crew, pers of deelnemers.
- Bezoekersregistratie: Het proces waarbij bezoekers zich vooraf of ter plaatse aanmelden voor het evenement.
- Brand Activation: Een activiteit tijdens een evenement waarbij een merk op een creatieve manier aandacht trekt van bezoekers.
- Branding: Het zichtbaar maken van het merk op locatie, zoals via banners, logo's of merchandise.
- Bufferzone: Een veiligheidszone tussen het publiek en bijvoorbeeld het podium of VIP-gebied.
- Call Sheet: Een schema dat precies aangeeft wie wat moet doen en wanneer, vooral handig bij complexe evenementen.
- Campagne: Een promotieactie voorafgaand aan het evenement om aandacht te trekken of kaartverkoop te stimuleren.
- Capaciteitsplan: Een overzicht van het maximaal aantal personen per ruimte of terrein.
- Cateringplan: Het overzicht van eten, drinken en bevoorrading voor bezoekers, crew en artiesten.
- Check-in: Het moment waarop bezoekers hun ticket laten scannen of zich aanmelden bij aankomst.
- Crewbriefing: Een korte bijeenkomst waarin het team uitleg krijgt over hun taken tijdens het evenement.
- Crowd Control: Maatregelen om bezoekersstromen te leiden en opstoppingen of gevaar te voorkomen.
- Decorbouw: Het ontwerpen en opbouwen van decors voor sfeer en thematische aankleding.
- Decorum: De aankleding en sfeer van een evenement, zoals decoraties en meubels.
- Digital Signage: Schermen op locatie waarop informatie, tijdschema's of advertenties worden getoond.
- Draaiboek: Een uitgebreid plan waarin alle onderdelen van een evenement staan, met exacte tijden, taken en contactpersonen.
- EHBO-post: Een vaste plek op het evenemententerrein waar medische hulp aanwezig is.
- Engagement: De betrokkenheid van bezoekers, zoals hoe actief ze meedoen of reageren op een evenement.
- Entertainmentprogramma: Het totaaloverzicht van alle shows, optredens en acts tijdens het evenement.
- Event Flow: Hoe bezoekers zich door een evenement bewegen en in welke volgorde ze dingen ervaren.
- Facilitator: Iemand die een workshop of sessie begeleidt en zorgt dat alles soepel verloopt.
- Feedbackloop: Het verzamelen en gebruiken van opmerkingen van bezoekers om toekomstige evenementen te verbeteren.
- Hospitality: De verzorging en gastvrijheid voor VIP's, sprekers of partners, zoals catering en loungefaciliteiten.
- Incheckbalie: De plek waar bezoekers zich melden of hun badge/ticket ophalen.
- Line-up: De lijst van artiesten, sprekers of acts die optreden tijdens een evenement.
- Lichtplan: Een schema waarin staat hoe de verlichting op het evenement wordt ingericht.
- Livestream: Het live uitzenden van het evenement via internet zodat mensen op afstand kunnen meekijken.
- Logistiek: Alles wat te maken heeft met het regelen van spullen, mensen en routes tijdens een evenement.
- Looproute: De weg die bezoekers volgen over het terrein, van entree tot uitgang.
- Merchandise: Producten die op het evenement worden verkocht, zoals t-shirts of mokken met logo.
- Noodplan: Een draaiboek voor wat te doen bij calamiteiten, zoals brand of evacuatie.
- Opbouw: Het proces van het opzetten van de locatie, zoals het plaatsen van podia, tenten of hekken.
- Persruimte: Een aparte plek waar journalisten kunnen werken, interviews houden of materiaal verzamelen.
- Polsbandje: Een bandje dat toegang geeft tot bepaalde delen van het evenement.
- Post-event Report: Een rapport dat laat zien hoe een evenement is gegaan, inclusief cijfers, feedback en verbeterpunten.
- Presentator: Iemand die het evenement aan elkaar praat en bezoekers welkom heet of informeert.
- Production Rider: Een document waarin staat wat artiesten of sprekers nodig hebben, zoals techniek of catering.
- ROI (Return on Investment): Hoeveel waarde (zoals geld of aandacht) het evenement heeft opgeleverd in vergelijking met wat het heeft gekost.
- Run Sheet: Een kort overzicht van alle activiteiten tijdens een evenement, met de tijden en de mensen die erbij betrokken zijn.
- Signage: Bewegwijzering of borden die bezoekers helpen de weg te vinden.
- Sponsordeal: Een afspraak met een bedrijf dat betaalt of helpt in ruil voor zichtbaarheid tijdens het evenement.
- Stageplan: Een tekening of beschrijving van hoe het podium eruit moet zien en wat erop komt te staan.
- Technisch plan: Het overzicht van alle technische benodigdheden, zoals geluid, licht en stroompunten.
- Thema: Het hoofdidee of de stijl van een evenement, zoals "Middeleeuws" of "Technologie van de toekomst".
- Touchpoint: Momenten waarop een bezoeker contact heeft met het evenement, zoals bij de entree of bij een activiteit.
- Veiligheidscoördinator: De persoon die toeziet op de veiligheid van bezoekers en crew tijdens het evenement.
- Venue: De plek waar het evenement plaatsvindt, zoals een zaal, park of theater.
- VIP: Very Important Person, een speciale gast die extra aandacht krijgt.
- Walkthrough: Een rondgang door de locatie om alles te checken voordat het evenement begint.
- Workshop: Een activiteit waarbij bezoekers iets leren of maken.